Ben je nog aan het sparen... of ben je al aan het investeren?
Het is ongelooflijk, maar waar: of je nu elf jaar geleden, vijf jaar geleden, een jaar geleden, zes maanden geleden of drie maanden geleden een vat olie hebt gekocht, je zou altijd beter hebben gepresteerd dan de DAX, zowel in euro's (blauwe curve) als in dollars (groene curve).
Tien jaar geleden, op 12 april 2001, kostte een vat Brent Crude Oil 27,01$ en de euro 0,8882$, het vat kostte dus €30,41. Gisteren, 11 april 2011, kostte het vat 126,18 $ en de euro 1,4478 $, dus het vat kostte 87,15€, wat overeenkomt met een stijging van 187%. Om hetzelfde resultaat te bereiken door te sparen, had je het geld tien jaar lang moeten investeren tegen 11,1% - inclusief samengestelde rente! De gemiddelde stijging van de olieprijs in euro over de afgelopen tien jaar was dus 11,1%.
Wat ieder van ons de komende jaren verwacht, vloeit natuurlijk voort uit onze persoonlijke inschatting van de situatie. Feit is echter dat de wereldwijde geldvoorraad de afgelopen jaren sneller is gegroeid dan de beschikbare hoeveelheid olie en dat de vraag naar olie voortdurend toeneemt. Op basis hiervan zou iedereen er goed over moeten nadenken om zijn geld te investeren in efficiënte verwarmingstechnologie, aangezien het rendement zou kunnen blijven stijgen en in de nabije toekomst belastingvrij zou kunnen blijven.
Hoe renderen investeringen in efficiënte verwarmingssystemen?
De prijs van de verwarming speelt geen doorslaggevende rol
"Hoeveel gaat het me kosten om mijn verwarmingssysteem te vervangen?" is een vraag die je zeker vaak gesteld wordt. Er wordt echter vaak over het hoofd gezien dat een verwarmingssysteem een langetermijninvestering is waarbij rekening moet worden gehouden met de bedrijfskosten.
Voorbeeld: Een atmosferische ketel van 24 kW wordt vervangen door een nieuwe condensatieketel van 20 kW, wat € 7.500 kost inclusief de aanpassing van het rookgassysteem. Hoe lang duurt het voordat de investering is terugverdiend? Als het verwarmingstoestel niet te groot is, zou het ongeveer 2.000 uur per jaar moeten draaien bij nominaal vermogen, zodat er 40.000 kWh of ongeveer 4.000 m³ gas wordt verbrand in de 20 kW-ketel. Tegen een prijs van ongeveer €0,65 per m³ zou het gas momenteel ongeveer €2.600 per jaar kosten. Als je het gasverbruik met 15% had verminderd door de ketel te vervangen, zou je voorheen €3.060 per jaar aan gas hebben uitgegeven. Dit betekent dat de nieuwe ketel je €460 per jaar zal besparen en dat het iets meer dan 16 jaar zal duren om de investering van €7.500 terug te verdienen.
- Afschrijving rendeMIX
"Is het het waard?" zullen veel mensen zich afvragen. Je vergeet gemakkelijk dat het nieuwe verwarmingssysteem je geen geld bespaart, maar brandstof en dat dit in de toekomst aanzienlijk duurder kan worden. Met een jaarlijkse prijsstijging van 11%, bijvoorbeeld, wordt de besparing van €460 €698 in het vijfde jaar, €1.177 in het tiende jaar en €3.341 in het twintigste jaar. Dit betekent dat de investering in het verwarmingssysteem niet pas na 16 jaar is terugverdiend, maar al na tien jaar. En na twintig jaar is de totale besparing niet €9.200, maar €29.533, zodat er na aftrek van de investering niet slechts €1.700, maar €22.033 overblijft.
Het is daarom duidelijk dat het verbruik van het verwarmingssysteem en de toekomstige energieprijzen een doorslaggevende rol spelen bij de vraag hoe verstandig een investering in efficiënte verwarmingstechnologie werkelijk is.
Weegt de vermindering in verbruik door rendeMIX op tegen de kosten?
Laten we verder aannemen dat het gebruik van een rendeMIX warmteverdeelsysteem het verbruik van de bovengenoemde condensatieketel met nog eens 8% zou verminderen, wat aantoonbaar niet overdreven is. Dit zou de kosten in het eerste jaar verlagen van €2.600 naar €2.392, wat overeenkomt met een extra besparing van €208 in het eerste jaar. Met een jaarlijkse inflatie van 11% stijgt dit bedrag tot 316€ in het vijfde jaar, 532€ in het tiende en 1.511€ in het twintigste.
Als een geschikte rendeMIX meerpoorts mengverdeler inclusief installatie € 1.415 kost, is deze na iets meer dan vijf jaar terugverdiend. Als je echter bedenkt dat door het gebruik van de rendeMIX meerpoorts mengverdeler er geen hydraulische afscheider inclusief regelmodule, verdeler en pomp- en menggroep nodig is, zijn er vaak helemaal geen extra kosten. Dit betekent dat het hele verwarmingssysteem zichzelf niet na tien jaar terugverdient, maar al na acht jaar. En het totale surplus van de investering na twintig jaar stijgt van € 29.533 naar € 35.387. Vanuit dit perspectief verdient de investering in een rendeMIX warmteverdeelsysteem zichzelf niet alleen zeer snel terug, maar verkort het ook de afschrijvingsperiode voor het gehele verwarmingssysteem.
Pro tip: Parallel of achter elkaar?
Wat te doen met meerdere bufferopslagtanks?
Installaties worden steeds vaker uitgerust met bufferopslagtanks, of het nu gaat om warmtepompen, houtverwarmingsketels, WKK-eenheden of zonneboilersystemen. Het is niet ongewoon dat het vereiste opslagvolume moet worden verdeeld over meerdere kleinere opslagvaten omdat alleen deze door de deuren of trappenhuizen passen. Dit roept de vraag op of een parallelle of serieschakeling van buffervaten de betere oplossing is. Zoals meestal in het leven is het juiste antwoord: "Dat hangt ervan af."
In principe weten onze klanten, lezers en belangstellenden dat het rendement van warmteopslag in hoge mate afhangt van de stratificatie in de opslagtank. En voor stratificatie is een slanke en hoge opslagtank zeker beter dan een kleine en brede met een grote diameter.
Figuur 1 toont een buffervat met drie parallelle aansluitingen. Het is duidelijk dat bij de parallelle verbinding het totale volume via de doorsnede over meerdere tanks wordt verdeeld. Ook is te zien dat het aantal tanks naar wens kan worden uitgebreid. Het belangrijkste bij de parallelle verbinding is dat
- alle containers staan op dezelfde hoogte
- alle verbindingspoorten (1) tot en met (3) die bij elkaar horen zich op dezelfde hoogte bevinden
- de verbindingslijnen lopen precies horizontaal
- de verbindingslijnen zijn zo kort mogelijk, hebben geen bochten en grote doorsneden
- de verbindingslijnen openen altijd verticaal in de verbindingslijnen
Figuur 2 toont de parallelle verbinding van buffers met vier aansluitingen, waarvoor dezelfde voorwaarden gelden. Ook hier is het belangrijk op te merken dat men het aantal containers onafhankelijk van het aantal verbindingen kan kiezen, wat een groot voordeel is van de parallelle verbinding.
Figuur 3 toont daarentegen de serieschakeling van twee buffervaten. Het is duidelijk zichtbaar dat in dit geval het totale volume is verdeeld over de hoogte van verschillende tanks. Terwijl in de parallelschakeling alle tanks dezelfde temperatuur hebben, zijn er in de serieschakeling tanks met verschillende temperaturen. Ook komt het aantal tanks in serie overeen met het aantal opslagzones, dat rechtstreeks verband houdt met het aantal aansluitingen. In figuur 4 zijn bijvoorbeeld drie tanks in serie geschakeld, wat overeenkomt met een buffer met vier aansluitingen (1) tot en met (4). Voor de gelaagdheid in de buffer is het zeker voordelig om ze achter elkaar te verbinden. Ook hoeven de containers zich niet op dezelfde hoogte te bevinden en hoeven de verbindingslijnen niet horizontaal of recht te zijn of een bijzonder grote doorsnede te hebben. Dus al met al alleen maar voordelen?
Nee, want er is ook een groot nadeel van de serieschakeling: tussen de afzonderlijke containers (bufferzones) is geen zwaartekrachtcompensatie mogelijk! Fig. 5 legt uit wat dit betekent: Wanneer bijvoorbeeld een buffer met een interne zonnewarmtewisselaar en een buffer met een interne warmwaterbatterij moeten worden gecombineerd, kan dit alleen via zwaartekrachtcompensatie en dus parallelschakeling. Met een serieschakeling zou de zonnewarmte in de zomer nooit de warmwatervoorziening bereiken. Indien daarentegen een zonnelaadstation en een verswaterstation worden gebruikt, zoals in fig. 6, kan een serieschakeling worden gebruikt, aangezien de stations met hun pompen zorgen voor het warmtetransport tussen de afzonderlijke tanks. Er moet echter voor worden gezorgd dat het laadstation ook in de zomer de bovenste of warmere buffer laadt, d.w.z. dat het een gestratificeerde laadmodule bevat (omschakelklep voor de verschiltemperatuur). Indien dit gewaarborgd is, kan de serieschakeling haar voordelen ten opzichte van de parallelschakeling ten volle benutten.